In deze studie wordt de inundatie van de Hedwige-Prosperpolder (HPP) tijdens hoogwater in kaart gebracht via numerieke simulaties. Er worden 11 simulaties doorgerekend met elk een verschillende fase in de dijkafgraving van de dijk tussen HPP en de Schelde en de dijk tussen HPP en het Sieperdaschor. Voor elke fase wordt de overstroomde oppervlakte van HPP bij doodtij, gemiddeld tij en springtij in kaart gebracht. De eerste opening in de dijk (week1) geeft nog geen aanleiding tot inundatie van HPP voor zowel doodtij als gemiddeld tij als springtij. Pas vanaf week 2 wanneer de toegangsgeul tot de Prosperpolder wordt vrij gegraven, is er een eerste inundatie van HPP. Bij springtij komt al meteen bijna de hele polder onder water te staan. Tussen week 3 en 5 verandert er niet veel omdat de volgende stukken dijk, die afgegraven worden, achter hoog schor liggen en er dus geen extra water vanuit de Schelde naar de polder kan stromen. Vanaf week 6 kan er door de nieuwe afgraving voor het eerst ook water rechtstreeks van de Schelde in het deel van de Hedwigepolder. Dit zorgt er mee voor dat tijdens springtij bijna de volledige polder onder water komt te staan, uitgezonderd de vogeleilanden. Bijkomende afgravingen zorgen er dan enkel nog voor dat er meer oppervlakte onder water komt te staan tijdens doodtij en gemiddeld tij.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid