Scholeksters en de verruiming van de Westerschelde: Modelberekeningen voor de periode 1992-2015 aan het effect van de voorgenomen verruiming van de vaargeul op het aantal scholeksters
Rappoldt, C.; Ens, B.J. (2007). Scholeksters en de verruiming van de Westerschelde: Modelberekeningen voor de periode 1992-2015 aan het effect van de voorgenomen verruiming van de vaargeul op het aantal scholeksters. SOVON-onderzoeksrapport, 2007/03. EcoCurves rapport, 5. 57 pp.
Veranderingen in de droogvalduur van de platen tengevolge van de verruiming van de Westerschelde hebben mogelijk invloed op het aantal overwinterende scholeksters. Voor verschillende scenario’s is de draagkracht voor scholeksters berekend met het simulatiemodel WEBTICS (Wader Energy Balance and Tidal Cycle Simulator), onder de aanname dat het kokkelbestand voor elk ecotoop gemiddeld gelijk blijft. De onzekerheid in de gebruiktegemiddelde kokkelbestanden per ecotoop leidt tot een onzekerheid in de berekende draagkrachten waar het effect van de verruiming niet bovenuit komt. Een eventueel bestaand positief of negatief effect betreft hoogstens enkele procenten van het aantal overwinterence scholeksters. De modelberekeningen in dit rapport kunnen daarom niet bijdragen aan een keuze tussen het storten van bagger op de plaatranden of in de nevengeulen. Andere overwegingen moeten daarbij de doorslag geven, zoals eventuele problemen rond de kolonisatie van gedeponeerd materiaal of de mogelijke verstoring. Dergelijke risico’s zijn belangrijkerdan een eventueel bestaand klein effect op de draagkracht.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid