Slib in de Westerschelde: een beschrijving van de troebelheid en slibverspreiding in de Westerschelde voor de periode december 1998 tot juli 1999
van Maldegem, D.; De Winder, B.; Arends, A. (1999). Slib in de Westerschelde: een beschrijving van de troebelheid en slibverspreiding in de Westerschelde voor de periode december 1998 tot juli 1999. Rapport RIKZ = Report RIKZ, 99.026. Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ: The Netherlands. 32 pp.
Tijdens het boren van de tunnel onder de Westerschelde komen grote hoeveelheden sediment, voornamelijk klei, vrij. Het sediment wordt, indien niet hergebruikt, in de Westerschelde geloosd, door middel van schepen en via een pijpleiding in de buurt van de tunnel. Uit de MER studie is gebleken dat er nog veel onzeker is over de verspreiding en de gevolgen van het verspreiden van het slib in de Westerschelde. Deze onzekerheid wordt vooral veroorzaakt doordat de materiaaleigenschappen van de Boomse klei niet bekend zijn. Vanwege deze onzekerheden is de aannemerscombinatie verplicht de verspreiding van het slib te monitoren. In dit rapport is de troebelheid en slibverspreiding in de periode december 1998-juni 1999, beschreven, de periode voor aanleg van de Westerscheldetunnel. Op basis hiervan kunnen de effecten van de verspreiding van het boorslib beoordeeld worden.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid