Evaluatie van de effecten van het verspreiden van Boomse Klei in de Westerschelde: eindrapportage monitoring boorspecie
Kornman, B.A.; van Maldegem, D. (2002). Evaluatie van de effecten van het verspreiden van Boomse Klei in de Westerschelde: eindrapportage monitoring boorspecie. Rapport RIKZ = Report RIKZ, 2002.052. Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ: Middelburg. 36 pp.
In 1995 is besloten tot de aanleg van een geboorde tunnel onder de Westerschelde tussen Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland. Eind juli 1999 is het boren gestart en in februari 2002 is het boren beëindigd. Hierbij is ongeveer 1,3 miljoen m3 materiaal vrijgekomen, dat uit zand en fijner sediment (Boomse Klei, slib) bestond. Materiaal dat niet hergebruikt werd, is in de Westerschelde verspreid. Hiervoor zijn door het bevoegd gezag de benodigde vergunningen verleend met als voorwaarde dat er een monitoringsprogramma werd uitgevoerd om de verspreiding van het fijnere sediment te volgen. Dit omdat op basis van het MER niet uitgesloten kon worden dat er enig effect op de morfologie, slibhuishouding en ecologie zou zijn. De bouwer van de tunnel heeft het Rijksinstituut voor Kust en Zee opdracht gegeven dit programma op te zetten, uit te voeren en de resultaten hiervan te rapporteren.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid