MONEOS datafiches

S-FC-X-000 - Algemeen - Saliniteit - Geleidbaarheid - Chloride

Beschrijving: Saliniteit is een maat voor de hoeveelheid opgeloste zouten in water. Saliniteit wordt bepaald door de geleidbaarheid te meten bij een bepaalde temperatuur en die te vergelijken met de geleidbaarheid van standaarden Atlantische Oceaanwater van dezelfde temperatuur. De ionensamenstelling is in de verschillende wateren echter niet overal gelijk. Gelijke geleidbaarheid wil dus niet zeggen dat de samenstelling gelijk is. Om die reden is gekozen voor de zgn practical salinity scale, die uitgaat van een gelijke samenstelling van monster en standaard. Om van Saliniteit pss over te gaan naar Saliniteit, is het nodig de gelijkheid van samenstelling aan te tonen. Voor Noordzee water is dat inderdaad het geval. De samenstelling van het Scheldewater (zoet) is waarschijnlijk anders, zodat de samenstelling van het water van Vlissingen naar Antwerpen kan gaan afwijken van de samenstelling van Atlantische Oceaanwater. De relatie Saliniteit – Geleidbaarheid die vastgelegd is in de zgn UNESCO-formule is geldig voor saliniteit 2-42.
Planning metingen: continue (LMW);1x/maand in de winter en 2x/maand in de zomer (MWTL)
Uitvoerende organisatie: RWS-Dienst Zeeland RWS-Dienst Noordzee waterbouwkundig Laboratorium
Conctact: Rijkswaterstaat Servicedesk data: Servicedesk-data@rws.nl Hydrologisch Informatie Centrum: hic@vlaanderen.be
Opmerkingen: Nederland meet saliniteit via geleidendheid. Er wordt gebruik gemaakt van in situ-sensoren. In het MWTL-programma wordt chloride ook nog chemisch bepaald. Onder saliniteit wordt verstaan: de totale massa zout per massa eenheid oplossing. Het meten van saliniteit heeft al een lange geschiedenis van standaardisering en interpretatie achter de rug. De absolute saliniteit is zeer moeilijk te meten. Lange tijd is getracht een relatie tussen chloride en saliniteit te vinden. Chloride is veel eenvoudiger te meten. Het probleem is echter dat de ionensamenstelling in zeeën en rivieren niet overal gelijk is, waardoor een absolute relatie niet gelegd kan worden. In 1978 is dit idee dan ook losgelaten met de introductie van de Practical Salinity Scale. Hierbij wordt saliniteit berekend uit de conductiviteitsratio van zeewater en een standaard KCl-oplossing (32,4356 g KCl / kg oplossing) bij 15oC en atmosferische druk. De geleidendheid van deze KCl-oplossing komt overeen met Atlantische Oceaanwater van 35 promille (gravimetrisch bepaald). Hiervoor geldt de relatie S=1,80655 x Cl (1) Waarin: Cl = chloriniteit in gram/kg (promille) Deze werkwijze maakt het mogelijk aansluiting te houden met ouder werk. In de praktijk wordt meestal gewerkt met in situ-sensoren. Om vergelijking met de KCl-standaard mogelijk te maken wordt de geleidendheidratio van het water eerst omgerekend naar standaard omstandigheden (15oC en 1 bar). Formules, die hiermee rekening houden bij de berekening van de Saliniteit staan in Unesco Technical Papers 37 . De formules kunnen worden vereenvoudigd door weglaten van de drukcompensatie, omdat uit onderzoek is gebleken dat bij metingen tot 60m diepte deze term te verwaarlozen is1. Voor veel toepassingen wordt met chlorositeit (Cl in gram/liter) gewerkt in plaats van chloriniteit. De formule wordt dan: Cl = Saliniteit x Dichtheid / 1,80655 (2) Waarin Cl = chloride in gram/liter Dichtheid is eveneens afhankelijkheid van druk en temperatuur. De formules voor het berekenen van de dichtheid bij de omstandigheden waarbij is gemeten staan in Unesco Technical Papers 44 . De formule Cl = Saliniteit x Dichtheid / 1,80655 kan echter niet zondermeer worden toegepast in het hele menggebied van zoet en zout water in een estuarium, omdat de ionensamenstelling van rivierwater niet gelijk is aan die van oceaanwater. RWS-Zeeland (LMW) Voor het zoute deel van de Schelde kan de formule wel worden toegepast. Voor het brakke deel worden empirische formules gebruikt. De grens tussen zout en brak/zoet is gelegd bij RT = 0,1. (RT = de verhouding geleidendheid zeewater gemeten : zeewater pss 35 bij zelfde temp en druk) Als RT >= 0,1 dan geldt Cl = Saliniteit x Dichtheid / 1,80655. Als RT < 0,1 dan geldt Cl = h0+h1GH+h2GH waarin GH = RT * Gstandaard, 18 (3) (opmerking: De empirische relatie (3) is vastgelegd voor water van 18oC. Er wordt dus eerst nog een conversie uitgevoerd van 15 naar 18oC) Het choridegehalte wordt opgegeven in eenheid: mg/l. De gebruikte formules en constanten staan in Zoutafleiding . Vlaanderen: Saliniteit [psu] Benaderend kan ook voor de Zeescheldewater de Unescoformule gebruikt worden voor de berekening van saliniteit in psu. Hierbij kan de term die de druk in rekening brengt, weggelaten worden voor de berekening van saliniteit in rivierwater, gezien deze verwaarloosbaar is in vergelijking met de druk in oceanen. Saliniteit [g/kg] Onderstaande empirische relatie werd in het WL opgesteld ter bepaling van saliniteit [g/kg] in Westerscheldewater, op basis van conductiviteit (mS/cm) en temperatuur (°C). Waarbij Als T<10°C Als T>=10°C Interne berekeningen op het WL wijzen uit dat de chloriniteitwaarden die bij KLW vaarten berekend zijn op basis van de met bovenstaande formule berekende saliniteit, goed overeenkomen met de Cl- metingen van VMM. Enkel vanaf 90 km opwaarts Vlissingen lijkt de overeenkomst iets minder goed te zijn.
Contact projectgroep:
Contact inhoudelijk:
Contact landelijk:
Contact data opvragen: Rijkswaterstaat Servicedesk data Bezoekadres: Derde Werelddreef 1 2622 HA Delft Postadres: Postbus 5023 2600 GA Delft Telefoon: +31 152 757 700 Email: servicedesk-data@rws.nl
Te publiceren op dataportaal:  
Jaarraporten
Inwinnende instantie: