Hydrologie bevaarbare waterlopen Vlaanderen: jaar 2021
Vandenbruwaene, W.; Michielsen, S.; Thant, S.; Bertels, J.; Boeckx, L.; Vereecken, H.; Deschamps, M. (2023). Hydrologie bevaarbare waterlopen Vlaanderen: jaar 2021. Versie 4.0. WL Rapporten, PA026_5. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VIII, 21 + 45 p. bijl. pp. https://dx.doi.org/10.48607/149
Part of: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , more
|
|
Available in | Authors |
|
Document type: Project report
|
Keywords |
Hydraulics and sediment > Hydrodynamics > River flow Navigable waterways Water management > Monitoring-networks > Discharges Water management > Water quantity > Water balance - Water availability Water management > Water quantity > Water system knowledge Belgium, Flanders [Marine Regions]
|
Author keywords |
Debieten; Jaarwaarden; Maandwaarden; HIC-meetstations |
Project | Top | Authors |
- Validatie debieten en peilhoogtes
|
Abstract |
Voorliggend rapport karakteriseert de hydrologie van de bevaarbare waterlopen in Vlaanderen voor het jaar 2021 aan de hand van de debietsmetingen uitgevoerd door het Hydrologisch Informatie Centrum (HIC). In de maanden januari, juli, augustus en december worden er algemeen hoge debieten waargenomen. In deze maanden heeft 43-68% van de beschouwde HIC stations een abnormaal hoog tot uitzonderlijk hoog debiet. In juli en augustus is dit aandeel het hoogst (61-68%), met in de maand juli zelfs bijna 30% aan stations met een uitzonderlijk hoog maanddebiet. De uitzonderlijke hoge debieten in de maand juli doen zich in hoofdzaak voor in het oosten langsheen de Demer, Maas en Netes. In Maaseik (Maas) wordt op 16 juli een piekdebiet van 3144 m³/s geregistreerd. Dit is het hoogste debiet sinds het begin van de waarnemingen in 1911. In het westen van het land wordt dan weer een piekdebiet van 110 m³/s bereikt langsheen de IJzer te Haringe op 29 november. Ook dit debiet is het hoogst waargenomen debiet sinds het begin van de waarnemingen (voor Haringe is dit vanaf 1987). Wat betreft de minimum jaardebieten heeft 6 van 10 referentiestations in 2021 een debiet dat behoort tot de top 5 van hoogste minimum jaardebieten sinds het begin van de normaalperiode (in 1991) |
|