Het RIVM heeft een instrument ontwikkeld om de zwaveldioxide-uitstoot van zeeschepen te meten. In een proefstudie van vijf meetdagen werd voor 24 schepen op de Westerschelde de uitstoot bepaald. Een groot aantal daarvan bleek forse hoeveelheden zwaveldioxide uit te stoten. Zwaveldioxide is een bron van verzuring en is schadelijk voor het milieu. Diverse beleidsmaatregelen hebben de uitstoot van andere bronnen van zwaveldioxide, zoals verkeer, industrie en elektriciteitsopwekking, flink teruggedrongen. Het aandeel van de scheepvaart in de totale uitstoot wordt daardoor steeds groter. Zeeschepen mogen binnen de territoriale wateren niet op zwavelrijke brandstof varen. Deze relatief goedkope brandstof mag echter wel aan boord zijn voor gebruik op zee. Het is onbekend in hoeverre reders zich aan dit verbod houden. Met traditionele meetmethoden is een overtreding moeilijk vast te stellen aangezien deze metingen aan boord plaatsvinden. De bemanning is daardoor op de hoogte van de meting en kan het stookgedrag aanpassen.De nieuwe techniek heet Lidar (light detection and ranging) en meet vanaf de wal. Het lidarinstrument scant met een laserbundel de rookpluim van een passerend schip en stelt zo onopgemerkt de uitstoot vast. Een voordeel van deze methode is dat nagenoeg elk voorbijvarend schip kan worden gemeten, in plaats van slechts enkele schepen per dag. Op het vasteland worden zwaveldioxide-emissies van industriële installaties beperkt door vergunningen. Deze worden verleend aan de hand van de Nederlandse emissierichtlijn lucht(NeR, april 2003), die nadere eisen stelt aan bronnen boven de twee kg zwaveldioxide per uur (0,56 gram per seconde). De uitstoot van de gemeten zeeschepen bleek daar in alle gevallen boven te liggen. De hoogst gemeten uitstoot bedroeg 36 gram per seconde. Aandacht voor de zeescheepvaart als bron van luchtverontreiniging is dus van belang, zowel bij regelgeving als bij handhaving.
All data in the Integrated Marine Information System (IMIS) is subject to the VLIZ privacy policy