Impact op mens en economie t.g.v. overstromingen bekeken in het licht van wijzigende hydraulische condities, omgevingsfactoren en klimatologische omstandigheden
Vanneuville, W.; Maddens, R.; Collard, C.; Bogaert, P.; De Maeyer, Ph.; Antrop, M. (2006). Impact op mens en economie t.g.v. overstromingen bekeken in het licht van wijzigende hydraulische condities, omgevingsfactoren en klimatologische omstandigheden. MIRA-onderzoeksrapporten, 02. Vlaamse Milieumaatschappij (VMM): [s.l.]. 120 pp.
Deze studie wil een aanzet geven voor onderzoeken in het kader van MIRA-T 2006 en MIRA-S 2009 door een methodologie te beschrijven om gevolgen van overstromingen te kwantificeren en verschillende scenario’s door te rekenen. Het omvangrijkste onderdeel van voorliggend rapport beschrijft de gebruikte methodologie. Deze is gebaseerd op alom gekende concepten en methoden uit de geografische informatie wetenschap. Hiervoor worden gegevens van totaal verschillende aard en oorsprong gecombineerd tot een dataset waarmee de uiteindelijke schade- en risicoberekeningen worden uitgevoerd. Een van de belangrijkste punten in de conceptuele voorbereiding van de data is het bepalen van schadefuncties: hoe groot is de schade die een bepaald object ondergaat bij een gegeven waterhoogte. Deze functies worden in paragrafen 3.1 tot 3.3 uitvoerig besproken. Naast de materiële schade is er ook nog de kwantificering van (dodelijke) menselijke slachtoffers. Hiervoor wordt een aanzet gegeven in paragraaf 3.4, maar op dat vlak moet nog rekening gehouden worden heel wat onzekerheden. Na een korte beschrijving van de Vlaamse Bekkens waarop deze methodologie werd toegepast, wordt eerst teruggekeken naar het verleden. Om de relevantie van de methodologie te bepalen worden de onderzoeksresultaten vergeleken met de belangrijkste overstromingen sinds 1993. Er werden modelberekeningen uitgevoerd met de schade- en risicomethode zoals ontwikkeld door UGent en WLH en een vergelijking gemaakt met gegevens van de Directie Rampenschade.Het volgende deel bestaat uit het opstellen van een zogenaamde risicokaart voor de huidige situatie (figuur 6-1). Bij deze kaart horen een aantal belangrijke opmerkingen die in rekening moeten worden gebracht bij de interpretatie ervan. Dezelfde opmerkingen gelden ook voor de risicokaarten in hoofdstuk 7.- Sommige risicowaarden kunnen toevallig hoog of laag zijn omwille van de keuze van de positionering van het grid: per gridcel wordt een gemiddeld risico berekend en dit gemiddelde kan sterk afhankelijk zijn van uitschieters.- Een cel met een risico gelijk aan 0 betekent ook niet dat dit gebied nooit kan overstromen. Statistisch gezien kan men niet oneindig interpoleren waardoor composiethydrogrammen maken met een zeer grote terugkeerperiode weinig betekenis heeft.- Door de keuze van de data (o.a. beschikbaarheid voor heel Vlaanderen) is het mogelijk dat lokale variaties niet allemaal naar voor komen. De kaart kan dus niet gebruikt worden om lokaal een exacte waarde van het risico te bepalen: interpretatie op een niveau waarvoor de kaart niet werd gemaakt moet worden vermeden.In het laatste deel van de studie worden dan een aantal toekomstscenario’s van naderbij bekeken. Vooraleer tot realistische scenario’s te komen werd onderzocht wat de invloeden van klimaatsverandering en menselijk ingrijpen kunnen zijn op de bestaande modellen. Naast deze eerder theoretische uitwerking, werden ook een zestal scenario’s voor het sigma-bekken volledig uitgewerkt. Deze omvatten voorspellingen voor 2010 tot 2030 voor verschillende stadia van zeespiegelrijzing en waterbeheersingswerken.
Dataset
Risk map of Flanders. The map only includes economic damage risks and no victim risks., more
All data in the Integrated Marine Information System (IMIS) is subject to the VLIZ privacy policy