inzicht verwerven in het ecologisch functioneren van valleigebieden in het algemeen en van overstromingsgebieden langsheen de Zeeschelde in het bijzonder.
de verworven kennis inzake de interactie tussen vegetatie en abiotiek aanwenden voor het opstellen en uitvoeren van herstel- en inrichtingsprojecten zoals in het overstromingsgebied van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde (KBR).
de verworven gegevens gebruiken als input voor een vegetatiemodel voor de binnendijkse, niet getijbeïnvloede gebieden langsheen de Schelde
Aanpak
Een vegetatietypologie van het Zeeschelde-alluvium wordt opgesteld op basis van historische vegetatieopnamen die verspreid in het studiegebied zijn gemaakt, aangevuld met vegetatiekundige gegevens verworven bij de vegetatiekartering van KBR. De polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde, die in de toekomst als gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) zal worden ingericht, is een belangrijk studiegebied waar zowel vegetatiekundig (gebiedsdekkende vegetatiekartering) als hydrologisch onderzoek (piëzometernetwerk) wordt verricht. Voor elk onderscheiden vegetatietype wordt de ecologische range bepaald van verschillende kwantitatieve en kwalitatieve parameters als bijvoorbeeld het beheer, bodemeigenschappen, grondwaterstanden, -fluctuaties en -kwaliteit en voedselrijkdom. Dit gebeurt op basis van verworven gegevens, aangevuld met gegevens uit literatuuronderzoek. Uiteindelijk wordt dit in een vegetatiemodel ingepast, dat in een GIS wordt geïntegreerd.