Groene dijken langs de Westerschelde: inventarisatie van de kwaliteit van de grasbekleding op de buitentaluds van dijken langs de Westerschelde
Frissel, J.Y.; Van Adrichem, M.H.C. (2013). Groene dijken langs de Westerschelde: inventarisatie van de kwaliteit van de grasbekleding op de buitentaluds van dijken langs de Westerschelde. Alterra-Rapport, 2407. Alterra: Wageningen. 88 + bijlagen pp.
Deel van: Alterra-Rapport. Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte: Wageningen. ISSN 1566-7197, meer
Projectbureau Zeeweringen en Waterschap Scheldestromen hebben Alterra verzocht een inventarisatie uit te voeren van de kwaliteit van de grasbekleding op buitentaluds langs de Westerschelde. In totaal zijn er 121 proefvakken geïnventariseerd in 23 verschillende dijkvakken. Vrijwel alle geïnspecteerde proefvakken zagen er op grond van visuele analyse goed uit. Acht proefvakken zijn op grond van visuele inspectie nauwkeuriger bekeken. Zeven daarvan zijn onderzocht op aanwezigheid van wortels. Bij 50 proefvakken werd een beheer met schapenbeweiding toegepast, bij 63 proefvakken werd een hooilandbeheer vastgesteld, en bij vier proefvakken een gazonbeheer, bij één proefvak werd gemaaid met een klepelmaaier en bij drie proefvakken was het beheer onduidelijk. In negentien proefvakken zijn droogtescheuren waargenomen. Deze scheuren vormen vermoedelijk geen gevaar voor de sterkte van de dijkgraslandzode. Na een nattere periode zullen deze scheuren weer verdwijnen. In zeven proefvakken werd vermoed dat stagnatie van zout water mogelijk is. Daadwerkelijke stagnatie van zout water is echter niet waargenomen. In twee proefvakken werd een steil randje onder aan het talud waargenomen, mogelijk is dit inkassing (verzakking). Er zijn weinig mossen in de dijkvakken waargenomen. In 72 proefvakken komen ruigtesoorten voor. Er zijn geen plantensoorten waargenomen die de voorkeur hebben voor alléén een zoute standplaats. In 30 proefvakken werd strooisel gezien. In 113 proefvakken werd een vegetatiebedekking van 80% of meer waargenomen en acht proefvakken hadden een vegetatiebedekking tussen de 10 en 80%. Bij 94 proefvakken was het aandeel kruiden in het proefvak lager dan 10%. Bij 25 proefvakken lag het aandeel kruiden tussen 10 en 50%. Slechts twee proefvakken hadden een bedekking van meer dan 50% kruiden. Er zijn slechts zeven wortelmetingen uitgevoerd. Er zijn aanbevelingen gedaan om het beheer of onderhoud te verbeteren, zodat de erosiebestendigheid van de dijkvakken nog verder kan verbeteren.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid